Waarom is het soms zo moeilijk om naar school te gaan?


Geïnspireerd door een gesprek met een hulpverlener die aangaf dat de pubers op zijn groep gewoon geen zin hebben om naar school te gaan, ze gaan liever laat naar bed en slapen lang uit. Het probleem is dat er gekeken wordt naar het gedrag, maar niet naar hetgeen wat het gedrag veroorzaakt. Veel kinderen zeggen ergens geen zin in te hebben. Maar waarom zeggen ze dat en wat betekent dat dan eigenlijk?
Geen zin is vaak een vertaling voor iets wat ze moeilijk vinden, angst voor voelen of niet voor gemotiveerd zijn. Het is een soort vluchtgedrag en vluchten doe je als je iets eng moeilijk of niet leuk vindt.

Voor kinderen met autisme is het naar school gaan vaak moeilijk. Dit uit zich vaak in ziek zijn. Wakker worden met buikpijn, duizeligheid, misselijk of hoofdpijn. Ze voelen zich echt ziek, maar dit wordt dan veroorzaakt door bijvoorbeeld angst. Angst is soms lastig te zien bij een kind, maar uit zich vaak in lichamelijke klachten of gedragsproblemen. Sommige kinderen beginnen de avond voordat ze weer naar school moeten gaan met het opbouwen van weerstand. Weerstand die ze voelen door angst. Ze worden soms druk, boos, gaan uitdagen, ontwikkelen dwangmatige handelingen of reageren overal negatief. Sommige kinderen die veel angst en weerstand opbouwen kunnen zelfs agressief worden, gaan schelden, vloeken met spullen gooien of worden soms fysiek gewelddadig.

Wat maakt het dan dat kinderen niet naar school willen gaan? Als je gaat kijken vanuit het autisme dan zijn er veel drempels richting school. Problemen liggen vaak in de communicatie, overprikkeling van de zintuigen of gebrek aan schoolvaardigheden. Kinderen en volwassenen met autisme missen een filter in de hersenen waardoor alle zintuiglijke prikkels tegelijkertijd binnen komen. 

Het kan het invallen van een juf of meester zijn, het gebruik van materialen waar ze niet goed mee overweg kunnen, de prikkels die zij ontvangen in de klas of in de gangen. Over het algemeen is er veel herrie op de scholen, kom je verschillende geuren en geluiden tegen. Sommige kinderen worden gepest of hebben het gevoel dat ze gepest of buitengesloten worden. Een leerkracht of klasgenoot die onduidelijk is, iemand die veel metaforen of verborgen boodschappen geeft.

Het kind is de gehele schooldag hard aan het werk omdat hij mogelijk de taal letterlijk neemt, of moeite heeft met verbanden leggen. Concentratie problemen hebben, het onder- of overschat worden door de leerkrachten en klasgenoten. Gedurende dag verbale en non-verbale signalen ontvangt en mogelijk moeite heeft deze te ontcijferen.  Dit alles kan een kind behoorlijk onzeker en angstig maken.

Een dag op school functioneren is hard werken voor kinderen en jongeren. Als je vanuit je autisme moeite hebt met plannen en organiseren en je moet met een klasgenoot samen een opdracht doen, kan dit al problemen opleveren. Een rooster wat opeens verwisseld wordt omdat er een leerkracht ziek is, een tussenuur waarin je eigenlijk niet goed weet wat je dan moet gaan doen. In de maand December worden de lokalen nog eens extra versierd met lichtjes kerstbomen en kerstballen. Zoveel prikkels die enorm kunnen afleiden. En dan hebben we het nog niet eens over de boeken en lesmethodes die soms niet aansluiten, te veel plaatsjes bevatten of de manier van vraagstelling die niet binnen komt.

Kinderen met autisme hebben vaak problemen van het werkgeheugen. Dit  is een gedeelte van het geheugen, waarin gewerkt wordt aan het leggen van verbanden tussen zaken die zijn opgeslagen in het (korte termijn) geheugen. Bijvoorbeeld, wanneer je in een situatie komt en je weet niet hoe je moet reageren, dan kun je denken aan eerdere situaties waarin je je zo voelde en hoe je toen reageerde. Door een verband te leggen tussen eerdere ervaringen en de huidige situatie kun je bepalen wat je wel of juist niet moet doen. Het werkgeheugen zorgt ervoor dat wij problemen kunnen opsplitsen en oplossingen kunnen bedenken. Wanneer we kijken naar kinderen met autisme werkt het werkgeheugen niet helemaal precies zoals hierboven beschreven staat. Een kind met autisme mist namelijk de samenhang en ziet hierdoor allemaal losse dingen in plaats van één probleem. Het kind zal daarom dus soms geen oplossing kunnen bedenken of met een heel bijzonder manier van oplossen komen. Dit kan zeer frustrerend werken voor het kind, omdat het dan door de omgeving niet begrepen wordt.

Een belangrijke executieve functie is het vermogen om echt aan een opdracht of taak te beginnen. Jezelf aan het werk zetten (dus niet alleen het van plan zijn) is in het eerste opzicht geen probleem voor kinderen met autisme. Wat hierbij echter belangrijk is, is dat kinderen met autisme taken uitvoeren omdat dit altijd zo gaan, dit geeft het kind duidelijkheid en houvast. Het hoort bij de routine van het kind. Het kind maakt dus als het ware geen bewuste keuze om ergens aan te beginnen. Wanneer een kind aan iets nieuws moet beginnen, wat het nog nooit gedaan heeft, dan blijkt dat dit voor het kind heel moeilijk is en zal proberen dit daarom te ontlopen.

Een ander probleem dat kinderen niet naar school willen gaan of soms zelf spijbelen, is de motivatie. Motivatieproblemen komen vaker voor dan we denken, maar worden ook omschreven als geen zin! Het kind wil wel naar school maar mist uitdagingen op school of heeft nog geen doel die ze kunnen verbinden aan hun motivatie. Als je niet weet wat je wilt worden, wat moet je dan gaan leren? Wat heb je aan bepaalde vakken als je daar toch niets meer mee doet? Motivatie problemen kunnen ook voorkomen als een leerkracht de stof op een monotone manier probeert over te brengen, of als het zelfstandig werken niet goed wil lukken. Soms zien ze het nut er niet van in, en vinden ze een gym- of kookles niet nuttig of volwaardig. Als je het nut er niet van inziet waarom zou je dan deze les volgen. Het is van belang om met kinderen die problemen hebben richting school in gesprek te blijven, vind uit waar het probleem ligt en zoek samen naar oplossingen. Wat heeft een kind nodig om wel de les te kunnen volgen, waar zijn nog mogelijkheden en wat is belangrijk? De meeste kinderen willen graag leren, maar soms is een school niet de juiste plek voor hen om tot ontwikkeling te komen. Ga in gesprek met de school, het samenwerkingsverband en eventueel de leerplichtambtenaar. Kom je er niet samen uit dan kan je ook nog een onderwijsconsulent inschakelen. Probeer thuiszitten zonder onderwijs te voorkomen. Maar laat je kind ook niet ten koste van alles naar school gaan omdat het voor sommige kinderen echt schadelijk kan zijn.

Petra

www.petradekker.nl